5 tips om veilig te rijden in de sneeuw

Het gebeurt steeds vaker dat ons land tijdens de winter verrast wordt door een dikke laag sneeuw. Dat is prachtig om te zien, maar ook gevaarlijk om door te rijden. Met deze 5 tips om veilig te rijden in de sneeuw ben je op alles voorbereid.

1. Pas je rijstijl aan

Rijden in de sneeuw is best gevaarlijk. We raden je dan ook aan om dit te vermijden indien mogelijk. Moet je er toch door? Pas dan zeker je rijstijl aan met de volgende tips.

Vertrekken doe je in de sneeuw beter vanuit de tweede versnelling, terwijl je maar weinig gas geeft.

Rij traag en hou twee keer zoveel afstand dan anders. Anticipeer zoveel mogelijk op hindernissen, bochten en verkeerslichten door op de motor te remmen en bruuske manoeuvres te vermijden.

Onthoud dat je remafstand veel groter is dan anders. Minder je vaart dus ruim op voorhand als je wilt stoppen of trager wil rijden om bijvoorbeeld een bocht te nemen. Rem daarbij altijd eerst af op de motor, en gebruik de rem enkel als je echt niet anders kan. Rem in dat laatste geval heel geleidelijk om te voorkomen dat de wielen blokkeren. Anders glijden je banden door en begin je te slippen.

Begin je ondanks alle voorzorgen toch te slippen? Panikeer dan niet. Vermijd remmen, los de gaspedaal en ontkoppel. Stuur tegen, terwijl je je ogen gericht houdt op de uitweg, niet op de hindernis. Als je wielen blokkeren, druk je de rempedaal lichtjes in en laat je ze onmiddellijk weer los. Herhaal dit een paar keer.

2. Zorg voor goede zichtbaarheid

In de donkere wintermaanden is het belangrijker dan ooit om te zorgen voor een goede zichtbaarheid. Schaf jezelf dus zeker een stevige krabber aan om het ijs van je autoruiten te verwijderen. Je kan eventueel een ontdooiingsmiddel gebruiken in combinatie met je krabber. Of plaats een stuk karton of een andere vorm van bescherming op je voorruit. Zo voorkom je dat je ruiten aanvriezen, en hoef je geen tijd te verliezen met krabben.

Wat je ook kiest, giet nooit warm water over je ruiten! Dat kan een thermische schok veroorzaken waardoor je ruit kan breken.

Denk er ook aan om antivries aan je ruitenwisservloeistof toe te voegen. Anders kunnen zich plakjes ijs vormen op je voorruit wanneer je de ruitensproeier gebruikt.

3. De ideale winterkit

Ook andere accessoires kunnen heel handig zijn om in de winter te rijden, zowel qua comfort als qua veiligheid:

• Een paar handschoenen (niet dragen tijdens het rijden, tenzij ze daarvoor bestemd zijn)
• Ontdooiingsproduct (spray) voor de portieren
• Een zaklamp
• Een reddingsdeken (of plaid) voor als je autopech hebt
• Een fluovestje (dat trouwens verplicht in je wagen aanwezig moet zijn)
• Reservelampen/zekeringen

 4. Plaats winterbanden

Winterbanden, ook wel sneeuwbanden genoemd, zijn speciaal ontworpen om de wegligging van je wagen te verbeteren als het kwik onder de 7° C zakt. Onder die grens verliest het rubber van zomerbanden namelijk een deel van zijn soepelheid. Daardoor verliest u veel sneller de grip op de weg.

Uw remafstand wordt veel groter en het risico op aquaplaning bij regen, ijzel of sneeuw is aanzienlijk.

Winterbanden plaatsen is niet verplicht in België, maar wordt wel sterk aangeraden, net als in Frankrijk. In andere landen zoals Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk, Finland, Zweden en Slovenië zijn ze wel verplicht tijdens een bepaalde periode.

5. Sneeuwkettingen plaatsen of niet?

Sneeuwkettingen zijn ideaal voor wie met de auto op sneeuwvakantie vertrekt.  Ze bieden immers extra grip op sterk besneeuwde bergwegen.

In landen waar vaak sneeuw valt, zijn ze verplicht op bepaalde wegen. Dit wordt aangeduid aan de hand van een verkeersbord waarop een band met sneeuwkettingen staat aangeduid.

In België mag je ze enkel plaatsen bij sneeuwval en ijzel. Bovendien is het in ons land verboden met sneeuwkettingen te rijden op wegen waarop gestrooid is of wegen met weinig sneeuw of smeltende sneeuw. Op die wegen kunnen sneeuwkettingen het wegdek immers beschadigen.

Sneeuwkettingen plaats je enkel op de wielen met aandrijving. Rij nooit sneller dan de maximumsnelheid die staat aangegeven op de verpakking.